De Kroeg
Ik heb “de Kroeg” van Emile Zola nu bijna uit, maar ik wil er al iets kort over schrijven. Wat een beeldende stuk tekst! En wat wordt er gezopen, echt van een andere orde. Op het middeleeuwse af, die hoeveelheden. Geen wonder dat men vroeger elkaar zoveel sloeg (want ook dat lijkt een stuk frequenter), op elk willekeurig tijdstip was de helft van de mensen dronken!
Wat eigenlijk snel al opvalt is de, ik durf het eigenlijk nauwelijks te zeggen, wat ouderwetse vertelkunst. Ik bedoel dat echter als compliment: geen onnodig gestrooi met verhaallijnen en spanningsbogen, nee, het verhaal is precies zoals je ’t leest, je hoeft niet bang te zijn dat de schrijver zoals clue’s geeft dat hij ze zelf vergeet.
Armoe ligt steeds op de loer, wat soms tot een droeve stemming leidt die tientallen pagina’s aanhoudt. De man-vrouw verhouding zijn ook bizar stereotypische, maar ja, het speelt zich af tijdens Napoleon III, ooit wat het natuurlijk zo. Stiekem valt dus wel enige wassing ten opzichte van toen vast te stellen in de houding van de gewone mens. Ook al gaat het hier op de (Parijse) stadsmens, het aardige is dat het tenminste zo lijkt, en ik geloof dat Zola om die precieze ook geroemd wordt, dat het om een maar licht overdreven afspiegeling van de werkelijkheid gaat.
Het boek kost geen moeite te lezen, voert je met gemak mee naar die tijd en die plaats. Nu dat we allen opgesloten zitten wegens het virus, is het lezen van De Kroeg een aardige substituut voor een wandeling door Parijs.